Grieks-Latijn is een sterk theoretische studierichting in de doorstroomfinaliteit.

Ze combineert een brede algemene vorming met een uitgebreid aanbod Grieks en Latijn en een uitgebreid pakket wiskunde. De leerlingen verdiepen zich in het taalsysteem van twee klassieke talen en verwerven via het lezen van teksten een dieper inzicht in de taal en cultuur van de klassieke oudheid.

 

Leerlingenprofiel

Leerlingen Grieks-Latijn tonen voor het geheel van de vorming inzicht in complexe leerinhouden, leggen vlot verbanden tussen leerinhouden en kunnen logisch redeneren. Ze verwerven complexere leerinhouden in een beperkt tijdsbestek.

Ze zijn verbaal-linguïstisch sterk en hebben een sterk taalgevoel. Ze analyseren taal op een abstracte manier en gaan op een gestructureerde manier om met talen. Ze zijn in staat om geordend te denken en wiskundig abstracte begrippen en concepten te hanteren. Ze vinden het fijn om zich te verdiepen in de klassieke talen (Grieks en Latijn) en hun respectievelijke cultuur. Ze willen op een gestructureerde manier met die talen omgaan. Ze willen teksten in het Grieks en het Latijn ontdekken en houden ervan om te zoeken naar een gepaste vertaling.

   

GL4

GL5

   

3

4

3

4

algemene vorming

aardrijkskunde

1

1

1

1

geschiedenis

2

2

2

2

godsdienst

2

2

2

2

informatica

1

 

1

 

lichamelijke opvoeding

2

2

2

2

biologie

1

1

1

1

chemie

1

1

1

1

fysica

1

1

1

1

Duits

 

1

   

Engels

2

2

2

2

Frans

3

3

3

3

Nederlands

4

4

4

4

specifieke vorming

Grieks

4

4

4

4

Latijn

4

4

4

4

wiskunde

4

4

5

5

   

32

32

33

32